De jaarrekening is een omvangrijk boekwerk dat voor een groot deel vanuit de financiële techniek is opgesteld. Om de jaarrekening beter te kunnen duiden, geven deze beschouwingen een samenvattend beeld van de financiële positie van Hilversum per 31 december 2022 en de resultaten over het boekjaar 2022.
Gemeentefinanciën zijn complex. Toch werkt de financiële huishouding van een gemeente in de basis zoals iedere andere financiële huishouding. Naast de jaarlijkse baten en lasten die in de exploitatie staan, kan er voor aanvullende lasten geld uit reserves worden gehaald. Via de balans en de exploitatierekening kan snel inzicht worden verkregen in de financiën van Hilversum.
In de balans komt de verhouding tussen de bezittingen (activa) en de daarvoor beschikbare eigen middelen (reserves) en financieringsmiddelen van derden (schulden) tot uitdrukking.
In de exploitatierekening wordt duidelijk welke inkomsten de gemeente heeft en waar het geld aan wordt uitgegeven.
Het jaarrekeningresultaat volgt uit het saldo van de inkomsten en uitgaven in dat jaar (gerealiseerd totaalsaldo baten en lasten) en de verrekening met de reserves (gerealiseerd resultaat). Het saldo van inkomsten en uitgaven voor verrekening met reserves geeft aan of er per saldo middelen aan het eigen vermogen kunnen worden toegevoegd (bij een positief saldo), of dat er middelen aan het eigen vermogen moeten worden onttrokken (bij een negatief saldo).
In de hierop volgende paragrafen geven we een korte financiële beschouwing van de jaarrekening inclusief de vermogenspositie, lichten we toe hoe het resultaat over 2022 is opgebouwd en hoe dit zich verhoudt tot het door de raad vastgestelde begrote resultaat.
Toelichting op het resultaat
In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de verslaggevingsregels van gemeenten, wordt onderscheid gemaakt tussen het gerealiseerd totaalsaldo van baten en lasten en het gerealiseerd resultaat. Het gerealiseerd totaalsaldo van baten en lasten bedraagt € 12,7 miljoen voordelig over 2022. Per saldo is tussentijds € 5,9 miljoen aan de reserves onttrokken, zodat het gerealiseerd resultaat afgerond € 18,6 miljoen voordelig bedraagt.
Relevant voor het uiteindelijke resultaat is het 'resultaat na bestemming’. Dat is het resultaat na budgetoverhevelingen en aanvullende mutaties reserves, waarover de raad op 21 juni 2023 zal besluiten. Dit resultaat bedraagt € 12,2 miljoen voordelig. In onderstaande tabel ziet u hoe dit resultaat tot stand is gekomen:
| Bedragen x € 1.000 | |
---|---|---|
Financieel resultaat | Bedrag | |
Werkelijke lasten | 324.542 | |
Werkelijke baten | -337.248 | |
Gerealiseerd totaalsaldo baten en lasten | -12.707 | |
Stortingen in de reserves | 6.538 | |
Onttrekkingen uit de reserves | -12.423 | |
Mutaties reserves | -5.885 | |
Gerealiseerd resultaat (afgerond) | -18.592 | |
Resultaatbestemming: budgetoverhevelingen | 7.911 | |
Resultaatbestemming: mutatie reserves | -1.740 | |
Resultaatbestemming mutatie voorzieningen | 203 | |
Totaal voorgestelde resultaatbestemmingen | 6.374 | |
Resultaat na bestemming | -12.218 |
Toelichting Jaarrekeningresultaat 2022
Bij de jaarrekening vergelijken we het werkelijke resultaat met het door de raad vastgestelde begrote resultaat. Het rekeningresultaat werd bij de primaire Begroting 2022 op € 1,2 miljoen voordelig begroot. Door de tussentijdse besluitvorming door de Raad wordt dit oorspronkelijk begrote resultaat altijd bijgesteld. Het daadwerkelijke begrote jaarrekeningresultaat per 31 december 2022 is door de Raad bijgesteld naar € 4,0 miljoen voordelig. Het werkelijke (gerealiseerde) resultaat is € 18,6 miljoen positief en daarmee € 14,5 miljoen voordeliger dan begroot.
Om een goed beeld te krijgen van de oorzaak van de afwijkingen is in onderstaande tabel weergegeven binnen welke programma’s verschillen optreden en hoe groot die zijn. Vervolgens worden de grootste afwijkingen (> 250k) toegelicht. Voor een uitgebreidere analyse per programma verwijzen wij u naar hoofdstuk 4.2 van de jaarstukken en de financiële analyses op de programmaverantwoording.
Bedragen x € 1.000 (- = voordeel, zonder teken = nadeel) | |||
Financiële afwijkingen per programma > 250k | Bedrag | Totaal | |
---|---|---|---|
Programma 1 - Wonen en leven | -4.859 | ||
Uitstellen invoering omgevingswet | -739 | ||
Opbrengst bouwleges vertraagd | 526 | ||
Incidentele voordelen en minder onderhoud t.g.v. warme zomer | -295 | ||
Diverse vertragingen en uitstel naar 2023 | -885 | ||
Hogere parkeeropbrengsten | -361 | ||
Minder en/of uitstel groenonderhoud | -215 | ||
Rijksmiddelen klimaatakkoord | -530 | ||
Doorloop coronaherstelagenda naar 2023 | -183 | ||
Overige verschillen per saldo < €250 | -2.177 | ||
Programma 2 - Zorg | -5.738 | ||
Lagere kosten opvang ontheemden Oekraïners | -4.296 | ||
M aatwerkvoorzieningen, zoals rolstoelen, scootmobielen, etc | -338 | ||
Zorglasten WMO | -445 | ||
Oplopende lasten dienstverlening Jeugdwet | 760 | ||
Doorloop coronaherstelagenda naar 2023 | -229 | ||
Overige verschillen per saldo < €250 | -1.190 | ||
Programma 3 - Werken | -156 | ||
Gebiedsagenda Centrum en Zuidwest | -75 | ||
Doorloop corona herstelagenda naar 2023 | -142 | ||
Stijging aantal uitkeringsgerechtigden | 799 | ||
Middelen Dichterbij dan je denkt naar 2023 | -478 | ||
Implementatie X-Works | -220 | ||
Overige verschillen per saldo < €250 | -40 | ||
Programma 4 - Bestuur | -2.684 | ||
Hogere uitgifte reisdocumenten en NID kaarten | -341 | ||
Hogere rekenrente pensioenvoorziening wethouders | -992 | ||
Uitloop ICT projecten | -613 | ||
Overige verschillen per saldo < €250 | -738 | ||
Programma 5 - Financiën | -1.110 | ||
Voorziening Stationsgebied | 2.548 | ||
OZB niet woningen | -200 | ||
Decembercirculaire | -3.720 | ||
Overige verschillen per saldo < €250 | 262 | ||
Totaal afwijkingen t.o.v. begroot resultaat Eindejaarsrapportage | -14.547 |
Toelichting afwijkingen
Programma 1 - Wonen en leven
- Uitstellen invoering omgevingswet (739k V)
Het Rijk heeft middels de septembercirculaire € 589.000 beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de Omgevingswet. Het bedrag is ter compensatie van de (extra) kosten mede door het uitstellen van de invoering van de Omgevingswet naar 1 januari 2024. Budgettair betekent dit dat de in 2022 geplande uitgaven verschuiven naar 2023 waarvoor een overhevelingsvoorstel is ingediend.
- Opbrengst bouwleges vertraagd (526k N)
In de begroting 2022 was rekening gehouden met de te ontvangen bouwleges van een groot bouwproject. De vergunningverlening heeft uiteindelijk plaatsgevonden in 2023. De baten worden om deze reden verantwoord in 2023. Hetgeen leidt tot een incidenteel nadeel in 2022.
- Incidentele voordelen en minder onderhoud t.g.v. warme zomer (295k V)
Als gevolg van de uitzonderlijk warme zomer is er minder uitgegeven aan straat reinigen en onkruidbestrijding. Er was ook minder onderhoud nodig aan de VRI’s, en er zijn minder (tijdelijke) verkeersmaatregelen nodig geweest dan vooraf was begroot. Verder is er een incidenteel voordeel op de uitvoering van kleinere projecten.
- Diverse vertragingen en uitstel naar 2023 (885k V)
In het kader van de ambitie verkeer en vervoer wordt in totaal voorgesteld om € 885.000 over te hevelen naar 2023.
- Voortvloeiend uit het Coalitieakkoord 2022-2026 is met de Eindejaarsrapportage € 150.000 beschikbaar gesteld ten behoeve van het verbeteren van mobiliteit. In 2023 wordt verder uitvoering gegeven aan het verbeteren van verkeersveiligheid rondom scholen en sportaccommodaties.
- De onderzoeken voor de verbetering van de doorstroming Johannes Geradtsweg zijn in 2022 gestart. Het opstellen van de definitieve rapportages (€ 54.000) vindt plaats in 2023.
- De gemeenteraad heeft in 2021 met een amendement € 70.000 beschikbaar gesteld voor Voorlopig Ontwerp en kostenraming herinrichting winkelgebied Gijsbrecht. Het ontwerp wordt in 2023 opgesteld.
- Het participatieproces van het Uitvoeringsprogramma mobiliteitsvisie 2040 is in 2022 vertraagd en loopt door in 2023 (€ 82.000).
- Door de uitspraak van de Raad van State in februari 2022 omtrent het vernietigen van het bestemmingsplan Stationsgebied heeft in 2022 de nadruk gelegen op het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. De verdere uitvoering vindt plaats in 2023 (€ 339.000).
- De planvorming van de nieuwe fietsenstalling onder het stationsplein is in 2022 gestart en wordt in 2023 afgerond. Het schetsontwerp wordt in 2023 verder uitgewerkt tot een aanbestedingsdossier (€ 190.000).
- Hogere parkeeropbrengsten (361k V)
De extra parkeeropbrengsten uit straatparkeren en parkeergarages zijn toe te schrijven aan het opheffen van de coronamaatregelen.
- Minder en/of uitstel groenonderhoud (215k V)
De uitzonderlijk warme zomer heeft als gevolg dat het minder noodzakelijk was om het gras te maaien alsook onkruid te bestrijden in plantsoenen.
Daarnaast loopt het onderzoek naar natuur inclusief bouwen en het onderzoek naar de verbondenheid van groen door in 2023. Hiervoor wordt voorgesteld om €62.000 over te hevelen naar 2023.
- Rijksmiddelen klimaatakkoord (530k V)
Het voordelige saldo van € 818.000 is voornamelijk gerelateerd aan de vanuit het Rijk ontvangen middelen voor uitvoering van het klimaatakkoord. In 2023 wordt de ontvangen € 530.000 ingezet voor het opstellen van een Hilversums Isolatie Plan (HIP). Aan de raad wordt voorgesteld om €530.000 ten behoeve van het klimaatakkoord over te hevelen.
- Doorloop coronaherstelagenda naar 2023 (183k V)
Het voordelig saldo € 240.000 is voornamelijk toe te schrijven aan de activiteiten vanuit de Corona Herstelagenda. In totaal is € 600.000 beschikbaar gesteld waarvan € 183.000 in 2023 wordt besteed. Aangezien de kosten begroot waren in 2022 ontstaat hierdoor een voordeel in de lasten van €183.000.
- Overige verschillen per saldo < €250 (2.177k V)
Het voordeel wordt grotendeels veroorzaakt door de voordelige afwijking op loon -en afdelingskosten van €1.301.000. Daarnaast zijn er diverse kleinere < €50.000 verschillen die samen optellen tot een voordeel van €876.000.
Programma 2 - Zorg
- Lagere kosten opvang ontheemden Oekraïners (4.296k V)
Het voordeel wordt voor € 4.296.000 bepaald door de opvang ontheemden Oekraïners. Hiervoor zijn de volgende oorzaken:
- De opvanglocaties Thebe 22 en Philipsweg 1 zijn nog niet in gebruik in 2022, derhalve zijn in 2022 ook geen exploitatielasten gemaakt voortkomend uit de opvang. Dit levert een voordeel op van €1.587.000.
- De opvang van de ontheemden Oekraïners vindt steeds minder plaats in hotels. De opvang in hotels is een relatief kostbare wijze van opvang ten opzichte van de reguliere opvang. Dit heeft tot gevolg dat de lasten van de opvang voor 2022 met €1.666.000 lager uitkomen dan begroot.
- De exploitatie lasten van de opvanglocatie Heuvellaan 50 komen in 2022 €711.000 lager uit dan begroot. Dit wordt met name bepaald door lagere lasten voor het beheer van de opvang (beveiliging, catering, schoonmaak en locatiemanagement, maar ook door lagere persoonsgebonden lasten (medische kosten en vervoer)
- Voor het uitbetalen van het leefgeld particuliere opvang (POO) wordt door het rijk een afzonderlijk forfaitbedrag vergoed. Deze vergoeding valt € 249.000 hoger uit de gemaakte lasten en resulteert in een even hoog voordeel.
- Overige lasten en baten per saldo €83.000 voordelig.
Voorgesteld wordt het voordeel van €4.296.000 bij de resultaatbestemming toe te voegen aan de reserve opvang Oekraïners
- Maatwerkvoorzieningen, zoals rolstoelen, scootmobielen, etc (338k V)
Het voordeel wordt met name bepaald door lagere lasten voor de maatwerkvoorzieningen (rolstoelen, scootmobielen, woningaanpassingen, en trapliften).
- Zorglasten WMO, schuldhulpverlening (445k V)
De zorglasten huishoudelijke hulp en begeleiding komen in 2022 uit op €16,7 miljoen (2021: €16,5 miljoen). Dit resulteert in een voordeel van €367.000 ten opzichte van de begroting. Het voordeel is met name toe te rekenen aan begeleiding en dagbesteding. Daarnaast is er €78.000 meer eigenbijdrage ontvangen dan begroot.
- Oplopende lasten dienstverlening Jeugdwet (760k N)
De stijging van de lasten jeugd zet zich verder voort. De lasten 2022 komen uit op € 25,6 miljoen. Ten opzichte van de begroting betekent dit een nadeel van € 760.000.
- Doorloop coronaherstelagenda naar 2023 (229k V)
De projecten 'Ontwikkelen sociale kaart' en 'Suïcide preventie' uit de Corona herstelagenda kennen een doorloop in 2023. Aangezien de volledige kosten begroot waren in 2022 ontstaat hierdoor een voordeel in de lasten van € 94.000. Hierdoor is ook de onttrekking uit de reserve coronaherstelfonds €94.000 lager. In het voorjaar 2023 heeft de raad de eindevaluatie Corona Herstelagenda behandeld en de resterende middelen € 94.000 vrijgegeven voor 2023.
Verder kent het project A2 "Begeleiding in de wijk versneld doorontwikkelen" vanuit de Corona Herstelagenda een doorloop in 2023. Aangezien de volledige kosten begroot waren in 2022 ontstaat hierdoor een voordeel in de lasten van € 135.000 in 2022. In het voorjaar 2023 heeft de raad de eindevaluatie Corona Herstelagenda behandeld en de resterende middelen € 135.000 vrijgegeven voor 2023.
- Overige verschillen per saldo < €250 (1.190k V)
Het voordeel wordt grotendeels veroorzaakt door de voordelige afwijking op loon -en afdelingskosten van €721.000. Daarnaast zijn er diverse kleinere < €50.000 verschillen die samen optellen tot een voordeel van €245.000.
Programma 3 - Werken
Gebiedsagenda Centrum en Zuidwest (75k V)
De in 2022 beschikbaar gestelde middelen voor het opstellen van gebiedsagenda Centrum en Zuidwest van € 75.000 zijn nog niet ingezet. Voorgesteld wordt de middelen van € 75.000 over te hevelen naar 2023.
- Doorloop coronaherstelagenda naar 2023 (142k V)
Ten aanzien van de coronaherstelagenda zijn de beschikbaar gestelde middelen voor de projecten 'Impuls geven aan de (regionale) Human Capital Agenda' en 'Impuls aan digitalisering MKB via SPOT035' deels nog niet uitgegeven. De werkzaamheden hiervoor lopen door in 2023. Aangezien de volledige kosten begroot waren in 2022 ontstaat hierdoor dit jaar een voordeel in de lasten van € 142.000. Hierdoor is ook de onttrekking uit de reserve coronaherstelfonds € 142.000 lager. Met het voorstel over de eindevaluatie en afronding van de coronaherstelagenda (Raad april 2023) is een
deel van de resterende middelen vrijgegeven voor 2023.
- Stijging aantal uitkeringsgerechtigden (799k N)
In 2022 is er € 32,5 miljoen uitgegeven aan uitkeringen (BUIG), terwijl de baten uitkomen op €30,1 miljoen. Ten tijde van de eindejaarsrapportage 2022 is de begroting gewijzigd en is uitgegaan van € 32,0 miljoen aan lasten en € 30,4 miljoen aan baten. Dit resulteert in een nadeel van € 799.000 in de jaarrekening.
- Middelen Dichterbij dan je denkt naar 2023 (478k V)
Het voordeel wordt met name bepaald doordat de verkregen centrummiddelen voor het regionale actieplan 'Dichterbij dan je denkt' nog niet geleid heeft tot uitgaven. De gemeente Hilversum heeft als centrum gemeente bij de septembercirculaire voor het actieplan een bedrag van €478.000 ontvangen. Het actieplan zal in 2023 uitgevoerd worden door de Regio Gooi en Vechtstreek, derhalve wordt voorgesteld deze middelen over te hevelen naar 2023.
- Implementatie X-Workls (220k V)
De implementatie van X-Works (nieuwe applicatie Sociaal Plein) is gestart in 2022. De planning voor de implementatie is in de loop van 2022 aangepast. Het grootste deel van de implementatie zal nu gefaseerd plaatsvinden in 2023. De raad wordt voorgesteld om het voordeel van € 220.000 over te hevelen naar 2023.
- Overige verschillen per saldo < €250 (40k V)
Het voordeel wordt grotendeels veroorzaakt door de nadelige afwijking op loon -en afdelingskosten van €18.000. Daarnaast zijn er diverse kleinere < €50.000 verschillen die samen optellen tot een voordeel van €58.000.
Programma 4 - Bestuur
- Hogere uitgifte reisdocumenten en NID kaarten (341k V)
De hogere baten van €341.000komt door een toename van het aantal verzoeken voor het verkrijgen van het Nederlanderschap en door een toename van het aantal paspoort, rijbewijs, NID-kaarten verstrekkingen.
- Hogere rekenrente pensioenvoorziening wethouders (992k V)
In 2022 is een bedrag van € 992.000 vrijgevallen van de pensioenvoorziening wethouders. De hoge vrijval is een direct gevolg van de stijgende marktrente. Een stijgende rente betekent dat er een lager bedrag aan pensioenvoorziening noodzakelijk is om het gewenste eindsaldo te bereiken. De rente die ontvangen wordt over de uitstaande saldi is immers een toekomstige baten. De marktrente bedraagt op dit moment afgerond 2,5%. Dit resulteert in een voordeel van € 992.000.
- Uitloop ICT projecten (613k V)
Meerdere projecten lopen door naar 2023. Zoals het SaaS project E-HRM (€150.000), de activiteiten rondom het programma dienstverlening (€ 80.000), het project Hilversum 600 (€ 150.000), de verstedelijkingsopgaven (€ 193.000) en de doorontwikkeling van het zaakgericht werken (€ 40.000). Voorgesteld wordt om deze middelen bij de jaarrekening deels over te hevelen van 2022 naar 2023.
- Overige verschillen per saldo < €250 (738k V)
Het voordeel wordt grotendeels veroorzaakt door de voordelige afwijking op loon -en afdelingskosten van €1.060.000. Daarnaast zijn er diverse kleinere < €50.000 verschillen die samen optellen tot een nadeel van €322.000.
Programma 5 - Financiën
- Voorziening Stationsgebied (2.548k N)
De belangrijkste afwijking betreft een toevoeging aan de voorziening grondexploitatie voor grondexploitatie Stationsgebied van € 2,5 mln. De grondexploitatie van het Stationsgebied is verlieslatend. Dit komt door het toevoegen van de boekwaarden van de voormalige GAK-locatie en de kostenstijging van bouw-woonrijp maken van het gebied. Voor een meer gedetailleerd inzicht in de mutaties wordt verwezen naar de Nota Actualisatie Grondexploitaties 2023 waarin de verschillen tussen de actualisatie 2022 en 2023 nader verklaard worden.
- OZB niet woningen (200k V)
Het voordeel wordt veroorzaakt door extra opbrengsten OZB Niet woningen. In 2022 zijn de panden opnieuw bekeken en van een hogere waarde voorzien door het lichten van de huurcontracten. De hogere opbrengst bedraagt €200.000.
- Decembercirculaire (3.720k V)
Er zijn extra middelen via de Decembercirculaire van het rijk in 2022 ontvangen. Onder meer €2.901.000 voor de energietoeslag voor lage inkomens ontvangen, €451.000 voor regionale middelen en €343.000 extra ten behoeve van de opvang Oekraïners. Zoals toegelicht in RIB 2023-07 bedraagt het totaal voordelig effect van de Decembercirculaire 2022 op de jaarrekening 2022 €3.720.000.
- Overige verschillen per saldo < €250 (262k V)
Het voordeel wordt grotendeels veroorzaakt door de nadelige afwijking op loon -en afdelingskosten van €378.000. Daarnaast zijn er diverse kleinere < €50.000 verschillen die samen optellen tot een voordeel van €116.000.
Resultaatbestemming
Een belangrijke bijdrage aan het resultaat wordt veroorzaakt door niet (volledig) uitgevoerde plannen en projecten. Het niet benutten van de hiervoor opgenomen budgetten heeft geleid tot een groot positief effect op het behaalde resultaat over 2022. Voor in totaal € 7,9 miljoen is een verzoek gedaan om niet uitgegeven budgetten uit 2022 over te hevelen naar 2023 voor de verdere uitvoering van de onderliggende plannen. Conform het BBV vallen niet bestede exploitatiebudgetten aan het eind van het jaar vrij. In de Nota financieel beleid zijn hierop twee uitzonderingen opgenomen. Overhevelingen zijn mogelijk als het budget incidenteel is en de uitvoering al gestart is of als het gaat om door medeoverheden of anderen voor een specifiek doel beschikbaar gestelde middelen. Dit leidt ertoe dat van het totaal behaalde resultaat over 2022 ad € 18,6 miljoen positief een bedrag van € 7,9 miljoen moet worden bestemd ter dekking van de genoemde overhevelingsvoorstellen.
Bij deze jaarstukken wordt ook voorgesteld, voor in totaal € 1,8 miljoen toe te voegen aan de bestemmingsreserve Opvang Oekraïners. Daarnaast wordt voorgesteld de reserves Covid-19 en Inzet HHT middelen op te heffen van tezamen € 3,6 miljoen. Stortingen en onttrekkingen zijn een raadsbevoegdheid en vereist derhalve een raadsbesluit. Daarom zijn de stortingen en onttrekkingen nog niet verwerkt in de jaarstukken 2022 en is het verzoek dit alsnog te doen. Dit betekent dat aan netto te bestemmen resultaat een bedrag van voordelig € 12,2 miljoen resteert.
Dit bedrag zal, conform afspraak, ten gunste van de algemene reserve worden gebracht.
| Bedragen x € 1.000 | ||
---|---|---|---|
Overhevelingen per programma | Bedrag | Totaal | |
Middelen coalitieakkoord | 810 | ||
Thema Wonen | 125 | ||
Thema Groen en Duurzaamheid | 50 | ||
Thema Sociaal domein | 100 | ||
Thema Mobiliteit | 150 | ||
Thema Veiligheid | 35 | ||
Thema Aantrekkelijkheid | 208 | ||
Thema Economie | 142 | ||
Af te ronden projecten en werkzaamheden | 7.101 | ||
Uitvoering klimaatakkoord | 530 | ||
Verbetering doorstroming Buitenring Noord | 54 | ||
Programma Groen | 62 | ||
Participatie uitvoeringsplan mobiliteitsvisie 2040 | 151 | ||
Dichterbij dan je denkt | 717 | ||
Energietoeslag 2023 | 2.910 | ||
Behoud en versterking lokale media en journalistiek | 144 | ||
Herinrichting Kerkbrink | 50 | ||
Voorbereiding ondergrondse fietsenstalling | 190 | ||
Voorbereiding Stationsgebied | 339 | ||
Arenapark | 131 | ||
Programma dienstverlening | 80 | ||
Onderwijshuisvesting | 250 | ||
Buurtinitiatieven en Wijkkansen | 51 | ||
Versterken sociale basis | 54 | ||
Project Invoering Omgevingswet | 589 | ||
Implementatie van diverse SaaS applicaties | 549 | ||
Prestatieafspraken met Woningcorporaties | 57 | ||
Projectfolio Verstedelijkiing | 193 | ||
Totaal | 7.911 |
Bedragen x € 1.000 (- = voordeel, zonder teken = nadeel) | ||||
Mutaties Reserves en voorzieningen | Toevoeging | Onttrekking | Saldo | |
Reserve Opvang Oekraïners | 4.639 | -2.818 | 1.821 | |
Reserve Covid-19 | -3.555 | -3.555 | ||
Reserve Inzet HHT middelen | -6 | -6 | ||
Egalisatiereserve afvalstoffen | -121 | -121 | ||
Egalisatievoorziening afvalstoffen | 324 | 324 | ||
Totaal | 4.963 | -6.500 | -1.537 |
Financiële positie
Deze paragraaf geeft een financiële beschouwing op het eigen vermogen, de financiering en het
weerstandsvermogen. Voor de beoordeling van de financiële positie is het belangrijk om zowel naar de exploitatie als de balans te kijken. In de balans komt de verhouding van de bezittingen (activa) in beeld en de daarvoor beschikbare eigen middelen (reserves) en financieringsmiddelen van derden (schulden). Ook voor het bepalen van het eigen vermogen kijken we naar de balans. Waarbij het eigen vermogen de uitkomst is van de waarde van alle bezittingen (activa) minus de schulden.
Het eigen vermogen is opgebouwd uit de algemene reserve, bestemmingsreserves en het saldo van de jaarrekening. Het eigen vermogen is in 2022 per saldo met een bedrag van € 12,7 miljoen toegenomen van € 74,9 miljoen in 2021 naar € 87,6 miljoen eind 2022.
Schematisch ziet het verloop van het eigen vermogen er als volgt uit:
bedragen x € miljoen
Het eigen vermogen bestaat voor € 12,1 miljoen uit “bestemmingsreserves”. Aan deze
reserves heeft de raad eerder een bestemming gegeven. Deze reserves zijn zonder (nieuwe)
besluitvorming van de raad niet vrij besteedbaar. De algemene reserve van de gemeente is binnen de financiële beleidskaders wel vrij aanwendbaar en bedraagt eind 2022 € 56,9 miljoen (exclusief het resultaat van deze jaarrekening). In de Toelichting op de Staat van Reserves (hoofdstuk 5.4) bij deze jaarrekening worden de verschillen tussen begrote en werkelijke mutaties per reserve toegelicht.
Op het jaarrekeningsaldo van € 18,6 miljoen voordelig liggen claims voor budgetoverheveling van € 7,9 miljoen en aanvullende mutaties van tezamen € 1,5 miljoen aan bestemmingsreserves en voorzieningen. Door deze resultaatbestemmingen ontstaat uiteindelijk een voordelig resultaat van € 12,2 miljoen na bestemming, dat ten gunste zal worden gebracht aan de algemene reserve.
Schuldpositie
De houdbaarheid van de gemeentefinanciën op de langere termijn hangt af van de ruimte om, naast de noodzakelijke uitgaven voor publieke voorzieningen, de schuldverplichtingen in de vorm van rente en aflossingen te betalen. Daarom letten wij naast de baten en lasten (exploitatie) ook nadrukkelijk op de geldstromen, de hoogte van de schuld in relatie tot het kunnen betalen van de rente en aflossing en de beschikbare weerstandscapaciteit. Het is wenselijk dit goed te monitoren omdat een oplopende schuldenpositie de begrotingsruimte op termijn kan verminderen. In de onderstaande grafiek is het verloop van de langlopende schuld over de afgelopen jaren weergegeven.
bedragen x € miljoen
De langlopende schuld is uitgekomen op € 189 miljoen en is daarmee € 21 miljoen lager uitgekomen dan was voorzien in de begroting 2022. Ten opzichte van vorig jaar is de schuld met € 3,8 miljoen
toegenomen. De schuldontwikkeling is nog steeds binnen de veiligheidsmarges zoals de VNG die
hanteert. In de paragraaf Financiering (hoofdstuk 3.4) staat een uitgebreide analyse op het vreemd
vermogen.
Houdbaarheidstest
Inleiding
De houdbaarheid van de gemeentefinanciën wordt langs twee wegen beoordeeld; de wettelijke financiële kengetallen en de houdbaarheidstest gemeentefinanciën. Beide beoordelingen geven een beeld hoe de gemeente er financieel voorstaat. Beide beoordelingen zijn een momentopname, kijken alleen terug in de tijd en geven geen doorkijk naar de toekomstige situatie.
De voorgeschreven kengetallen zijn: schuldquote, solvabiliteit, grondexploitatie en onbenutte belastingcapaciteit. Een kengetal of beter gezegd, de ontwikkeling van een kengetal is een weerspiegeling van het gevoerde financiële beleid. De kengetallen samen geven inzicht in de financiële weerbaar- en wendbaarheid.
Vanuit het BBV is er bewust voor gekozen om geen normering aan de kengetallen toe te kennen. Het gaat om een adequate toelichting en duiding bij de kengetallen. Ten eerste is de eigen specifieke lokale situatie verschillend. Daarnaast moet een norm niet als doel worden gezien. Terwijl het doel zou moeten zijn dat een gemeente nadenkt over wat bij hun eigen lokale situatie en profiel past en daarop gaat sturen. De raad kan zelf natuurlijk wel streef- of normwaarden vaststellen. Deze normwaarden kunnen raadsleden gebruiken bij hun beoordeling van het kengetal in de eigen begroting en jaarrekening, of de financiële consequenties van voorstellen die aan de raad worden voorgelegd.
Naast de kengetallen worden ook de uitkomsten van de houdbaarheidstest gemeentefinanciën van de VNG opgenomen in de jaarstukken. Deze houdbaarheidstest is in de eerste plaats een stresstest die gebaseerd is op kasstromen. De test bepaalt met behulp van aanvullende kengetallen de financiële conditie van de gemeente. Uiteindelijk wordt dit uitgedrukt in het financiële kengetal dat de “houdbaarheidsquote” wordt genoemd.
De financiële positie die uit de kengetallen en de houdbaarheidstest blijkt is geen doel op zich, maar moet altijd worden bekeken in samenhang met de totale maatschappelijke opgave van de stad. Het te bereiken maatschappelijke rendement en de bijdrage aan de inhoudelijke beleidsdoelstellingen zijn hierbij van evident belang. De financiële positie is ondersteunend aan het afwegingsproces en moet het bestuur helpen verantwoorde keuzes te kunnen maken voor de (middel)lange termijn.
Houdbare gemeentefinanciën
Kengetallen
Volgens de Nota van Toelichting bij het wijzigingsbesluit is het aan het College van BenW om een beoordeling te geven over de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie.
Het verloop van de financiële kengetallen (de kengetallen zijn overigens gekoppeld aan begrotingsparagrafen waar ze meer inhoudelijk zijn beschreven) is als volgt:
Ref. | Kengetal | Verloop van de kengetallen | |||
---|---|---|---|---|---|
JS2021 | B2022 | JS2022 | B2023 | ||
1 | netto schuldquote | 74% | 89% | 59% | 73% |
2 | netto schuldquote gecorr. voor verstr. leningen | 67% | 81% | 53% | 66% |
3 | solvabiliteitsratio | 22% | 19% | 25% | 23% |
4 | grondexploitatie | 2% | -1% | 1% | 1% |
5 | structurele exploitatieruimte | 0,8% | 1,3% | 3,7% | 3,4% |
6 | belastingcapaciteit | 102% | 100% | 102% | 93% |
In combinatie met het weerstandsvermogen, dat als uitstekend wordt beoordeeld, laat dit zien dat de gemeente Hilversum een degelijke financiële positie heeft. De gemeente Hilversum wil haar financiële positie op orde hebben. Hiertoe stelt het college als randvoorwaarden een sluitende begroting, gedegen risicomanagement en een robuuste algemene reserve, waarbij de lasten voor de burger zo min mogelijk stijgen.
Op basis van de in deze jaarstukken opgenomen cijfers beoordeelt het college de “onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie” als goed.
Houdbaarheidstest
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een houdbaarheidstest voor gemeenten ontwikkeld waarmee de financiële conditie van de gemeente Hilversum wordt bepaald aan de hand van 10 financiële kengetallen. Deze kengetallen zijn daarbij gerangschikt naar de thema’s vermogenspositie, exploitatie, voorzieningenniveau en weerbaarheid.
Vermogenspositie
- Netto schuldquote (Druk van de schuldverplichtingen op de exploitatie)
- Effectieve netto schuldquote (Hoogte van de effectieve schuld)
- Solvabiliteitsratio (Schuldbelasting van het bezit)
Exploitatie
- Exploitatieresultaat voor mutaties reserves (Mate waarin de uitkomst van de exploitatierekening positief is)
- Onbenutte belastingcapaciteit (Ruimte voor verhoging van de eigen belastinginkomsten)
- Afhankelijkheidsratio (Gevoeligheid voor bezuinigingen op Rijksoverdrachten) Voorzieningenniveau
- Netto investeringsquote (Hoogte van de investeringsuitgaven)
- Netto lasten per inwoner (Hoogte van de netto lopende uitgaven op de exploitatie) Weerbaarheid
- Houdbaarheidsquote (Benodigde structurele ombuigingen bij een slechtweer-scenario)
- Kasgeldratio (Gevoeligheid op de korte termijn voor renteverhogingen)
Net zoals bij de wettelijk voorgeschreven kengetallen maakt het model van de VNG gebruik van signaalwaarden. Het overschrijden van een signaalwaarde kan duiden op financiële stress op dat betreffende aandachtsgebied. Ook voor beoordeling van de kengetallen zoals genoemd door de VNG geldt dat, een integrale analyse van de ontwikkeling van de financiële positie, waarbij alle relevante elementen in onderlinge samenhang betrokken zijn, zal leiden tot beter inzicht in de financiële positie. De kengetallen zoals opgenomen in een jaarrekening zijn altijd een momentopname en hebben geen voorspellende waarde.
In deze jaarrekening wordt dan ook slechts teruggekeken naar de uitkomsten voor de jaren 2021 en 2022. De uitkomsten van de VNG kengetallen zijn daarbij als volgt weer te geven.
Financiële conditie index eindbalans & exploitatie. | jaarstukken 2021 | jaarstukken 2022 | Drempelwaarde 1 | Drempelwaarde 2 |
---|---|---|---|---|
Vermogenspositie | ||||
Netto schuldquote ultimo | 73,6% | 59,3% | > 100% | > 130% |
Effectieve Netto schuldquote ultimo | 73,2% | 59,4% | > 90% | > 120% |
Solvabiliteitsratio ultimo | 22,0% | 25,0% | < 20% | < 0% |
Exploitatie | ||||
Exploitatieresultaat | -0,9% | 3,8% | n.v.t. | < 0% |
Aantal negatieve resultaten laatste 3 jaren | 3 | 2 | = 2 | = 3 |
Onbenutte belastingcapaciteit | 5,3% | 5,4% | n.v.t. | < 0% |
Afhankelijkheidsratio | 75,4% | 75,3% | > 72,5% | n.v.t. |
Voorzieningenniveau | ||||
Netto investeringsquote jaar (t-4) - (jaar t) | 0,2% | -0,7% | < 1% of >4% | < 0% of >5% |
Netto lasten per inwoner | 1.924 | 1.991 | n.v.t. | < 2.060 of > 2.577 |
Weerbaarheid | ||||
Houdbaarheidsquote | 23,0% | 25,3% | > 20% | > 25% |
Kasgeldratio ultimo | 7,8% | 3,1% | > 8,5% | n.v.t. |
Financiële conditie index | 6,5 | 6,0 |
Wanneer een score groen is, blijft de score onder de drempelwaarde. Een oranje score betekent een overschrijding van drempelwaarde 1. Een rode score betekent een overschrijding van drempelwaarde 2. Opgemerkt wordt dat de scores zijn gebaseerd op realisatiecijfers!
De aandachtspunten bij deze score zijn:
- Het exploitatieresultaat: Een negatief exploitatieresultaat (voor mutaties reserves) betekent dat de reservepositie aangesproken wordt. Een eenmalig negatief exploitatieresultaat behoeft geen probleem te zijn. Bij structurele negatieve exploitatieresultaten zal de reservepositie krimpen en het bezit steeds verder gefinancierd zijn met vreemd vermogen (schulden). De jaren 2017 t/m 2021 hadden allen een negatief exploitatieresultaat en het exploitatieresultaat had daarmee een structureel negatief karakter gekregen. Met het voordelige exploitatieresultaat voor 2022 is dit structurele karakter doorbroken.
- Afhankelijkheidsratio: Dit kengetal geeft weer hoe afhankelijk we zijn van de overdrachten van het Rijk en tevens de gevoeligheid voor kortingen op deze overdrachten van het Rijk. Het verhogen van de eigen inkomsten kan de afhankelijkheid van het Rijk verkleinen.
- Netto Investeringsquote: Dit kengetal geeft weer of er voldoende investeringen gedaan worden voor het behoud van een aanvaardbaar voorzieningen niveau. Normaal gesproken zullen de uitgaven voor investeringen hoger zijn dan de afschrijvingen. Hoger omdat vanwege inflatie de investeringen duurder worden, maar ook omdat door economische groei en inwonersgroei er jaarlijks meer publieke investeringen nodig zullen zijn (bijvoorbeeld scholen en wegen). Bij te lage investeringen zullen er op termijn inhaalinvesteringen nodig zijn om de leefbaarheid van de stad op orde te houden. Een gemeente kan ook te veel investeren. Dit zal zorgen voor hogere schulden en hogere afschrijvingslasten. Hogere afschrijvingslasten leggen een groter deel van de exploitatieruimte voor een langere periode vast waardoor de ruimte voor eventuele benodigde ombuigingen op de lopende exploitatie kleiner wordt.
- Netto lasten per inwoner: Dit kengetal geeft de mate van flexibiliteit aan voor het realiseren van ombuigingen. Lage netto lasten per inwoner kunnen een indicatie zijn dat het niveau van de noodzakelijke publieke voorzieningen onder druk staat. Hoge netto lasten per inwoner kunnen een signaal zijn dat een gemeente op grote voet leeft. Voor het bepalen of er sprake is van afwijkende netto lasten is wordt Hilversum vergeleken met andere gemeenten met een matige sociale structuur en een sterke centrumfunctie. De netto lopende uitgaven worden gedefinieerd als: lasten voor mutaties reserves -/- rentelasten -/- afschrijvingen -/- lasten grondexploitaties -/- inkomsten uit heffingen en belastingen -/- inkomsten van specifieke uitkeringen -/- inkomsten van decentralisatie uitkeringen. De netto lopende uitgaven gedeeld door het aantal inwoners is het kengetal netto lasten per inwoner.
- Houdbaarheidsquote: Dit kengetal geeft een indicatie van de ombuigingsinspanning die een gemeente bij het slecht weer scenario moet leveren om de gemeentelijke financiële positie op orde te houden. Bij het slecht weer scenario wordt onder andere rekening gehouden met een terugval van de inkomsten vanuit het rijk met 20%, terugvallende overige inkomsten met 11% en stijgende rentetarieven. Afboekingen op uitstaande leningen etc. zal zich hoogstwaarschijnlijk niet voordoen. Het kengetal is daarmee een maat voor de weerbaarheid van de gemeente.
Kanttekening bij dit kengetal is dat het wordt uitgedrukt in een percentage van de lasten en baten waarop ombuigingen kunnen worden gerealiseerd. Het gaat hierbij om de onbenutte belastingcapaciteit plus de netto lopende uitgaven.
- Kasgeldratio: Dit kengetal geeft de mate van risico weer van sterk stijgende rentelasten door herfinanciering van kortlopende schulden door langlopende schulden bij een stijgende marktrente. De signaalwaarde is gelijk aan de berekening van de kasgeldlimiet, 8,5% van het begrotingstotaal. Ons financieel beleid is erop gericht blijvend te voldoen aan de eisen van de wettelijke kasgeldlimiet waarbij een overschrijding van de kasgeldlimiet voor een periode van maximaal twee kwartalen is toegestaan.
Financiële stresstest gemeenten BDO Accountants & Adviseurs
BDO heeft over 2021 alle Nederlandse gemeenten langs de financiële meetlat gelegd om de financiële positie van de Nederlandse gemeenten te analyseren en tot een ranking per gemeente te komen. Hierbij zijn de cijfers gebruikt uit de gepubliceerde jaarrekeningen over 2021 van de hierboven opgenomen wettelijke financiële kengetallen.
BDO heeft de financiën van gemeenten met elkaar vergeleken op basis van de wettelijke financiële kengetallen. Zodoende is BDO gekomen tot een ranking (Financiële Stresstest Gemeenten van BDO), verdeeld naar omvang van gemeenten. In de benchmark wordt Hilversum vergeleken met andere gemeenten met 50.000-100.000 inwoners. In totaal vallen 56 gemeenten in deze categorie. De gemeente Hilversum komt op een 23e plaats (2020; 35e plaats) met het rapportcijfer 9 (2020; rapportcijfer 8).
Conclusie
Op basis van het VNG model is de financiële score van 6,5 gelijk gebleven aan de score van 2021. Wel is er een verschuiving op onderdelen van de score op te merken;
- De score m.b.t. het exploitatieresultaat is verbeterd door het voordelige exploitatieresultaat van 2022.
- De score netto lasten per inwoner wordt ondanks de stijging van € 1.924 naar € 1.991 per inwoner als te laag beoordeeld. Lage netto lasten per inwoner kunnen volgens het model een indicatie zijn dat het niveau van de noodzakelijke publieke voorzieningen onder druk staat.
- De score houdbaarheidsquote verslechtert van 23,0% naar 25,3%.
Het model van de VNG kan een aanvulling zijn op de verplicht voorgeschreven kengetallen van het BBV. Ook hier geldt dat de beoordeling een momentopname is, die terugkijkt in de tijd en geen doorkijk geeft naar de toekomstige situatie.
Om de toekomstige financiële gezondheid van Hilversum te monitoren kunnen de verplichte kengetallen van het BBV en de aanvullende kengetallen van het VNG model, een signaalfunctie vervullen.
Voor een nadere duiding op de houdbaarheidsquote 2022 nog het volgende: Ten opzichte van 2021 is 1,9% meer opbrengsten gerealiseerd uit heffingen en leges, terwijl de hoogte van de onbenutte belastingcapaciteit opliep met ruim 18%. Dat betekent dat de mogelijkheid om extra financiële ruimte te genereren uit de gemeentelijke heffingen beperkt is gebleven.
Er zijn twee andere oorzaken die de daling van de houdbaarheidsquote verklaren. De eerste is de toename van de gemeentefondsuitkering van ruim 15%. In het doorrekenen van het scenario van een daling van 20 procent rijksinkomsten is het effect hiervan ook navenant groter. De tweede betreft de toename van specifieke uitkeringen van het rijk met bijna 21%. De langere lijst van SiSa regelingen in 2022 bevestigt de toename in aantal. In de berekening van de houdbaarheidsquote betekent een hoger volume van specifieke uitkeringen ten opzichte van 2021 dat de netto uitgaven naar verhouding meer zijn verlaagd. Met andere woorden de ruimte om financiële tegenvallers op te vangen is kleiner geworden in deze stand van de jaarrekening
De houdbaarheidsquote is in die zin een interessant kengetal om de grotere financiële stromen in beeld te brengen en welke daarvan beïnvloedbaar zijn.