Overzicht investeringskredieten

Investeringen zijn uitgaven waarvan het economisch - of maatschappelijk nut zich over meerdere jaren uitstrekt. Investeringen worden geactiveerd op de balans en worden afgeschreven op basis van de economische levensduur van de investering. De kapitaallasten (rente en afschrijving) komen ten laste van de programma’s en moeten worden gedekt binnen de baten en lasten van de programmabegroting.

Met een investeringsportefeuille van in totaal € 143,6 miljoen is het van belang om zicht te houden op de voortgang van de vrijgegeven investeringen. Eind 2022 is hiervan € 39,5 miljoen in totaal geïnvesteerd, waarvan € 17,4 miljoen in 2022. Als een investering het investeringskrediet overschrijdt kan dit invloed hebben op de kapitaalslasten in latere jaren. Derhalve wordt met de jaarrekening het investeringsplan geanalyseerd. Voor de overschrijding op investeringskredieten wordt een afwijkingsgrens van € 0,05 miljoen voor investeringen gehanteerd. Dit is gebaseerd op de voor de Jaarrekening 2022 vigerende Financiële verordening 2022.

Kostentoerekening

De financiële verordening 2022 schrijft voor om bij investeringskredieten, waaronder de gemeentelijke grondexploitaties die voor 1 januari 2022 door de raad zijn geautoriseerd, de directe personeels- en organisatiekosten te activeren. In overeenstemming met het genomen bestuurlijk besluit inzake de stelpost herziening financieel beleid’ zijn deze regels in 2022 gehanteerd voor de lopende investeringskredieten gericht op de ruimtelijke projecten en investeringen in de gebiedsontwikkelingen.

De kosten van de medewerkers, die direct betrokken zijn bij de investeringen, zijn toegerekend aan de investeringskredieten. De toerekening heeft plaatsgevonden op basis van een urenregistratie en geldt voor investeringskredieten groter dan € 100.000. Het toepassen van deze activeringsregels in het boekjaar 2022 heeft geleid tot een kostentoerekening van afgerond 1,1 miljoen vanuit de exploitatie naar de kredieten. Bij de Eindejaarsrapportage 2022 zijn de kredieten hiervoor verhoogd.

Afgeronde investeringen

Op de kredieten die in 2022 worden afgesloten is per saldo nauwelijks sprake van een afwijking. In totaal kan voor een bedrag van € 4,5 miljoen aan afgeronde of ‘vrijgevallen’ kredieten in het investeringsprogramma worden afgesloten. Het effect op de kapitaalslast wordt verwerkt in de eerst volgende voorjaarsnota. De investeringskredieten met een onder- of overschrijding van groter dan 0,05 miljoen worden hieronder toegelicht.  

Totaal toegankelijkheid bushaltes
De kosten zijn voornamelijk in 2021 gemaakt. De subsidie is in 2022 ontvangen. Per saldo bedraagt de afwijking over de jaren € 57.711. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van de toerekening van de kosten van uren voor de uitvoering van dit project die niet was begroot.

Vervanging kunstgras veld 13 v.v. Altius, Berestein
Het kunstgrasveld Altius is in 2021 vervangen. In Jaarrekening 2021 is reeds verantwoord dat hiervan nog € 140.000 resteert. Bij de Jaarrekening 2021 is € 80.000 herbestemd voor de aanschaf van kantplanken voor verschillende kunstgrasvelden om te voorkomen dat rubberen korrels buiten het kunstgras worden verspreid. Zoals gemeld kan het krediet voor de vervanging van het kunstgras van Altius eind 2022 worden afgesloten met een onderbesteding van € 56.614.  

Interne verbouwing aula Bosdrift
De overschrijding van € 58.202 is het gevolg van meerwerk en aanvullend schilderwerk.

E-dienstverlening
Dit betreft een SaaS-oplossing. Omdat dit niet geactiveerd mag worden komen de uitgaven ten lasten van de exploitatie en wordt het krediet afgesloten.

Sloop Gak-kelder
De financiële mutatie is een direct gevolg van een door de gemeente ontvangen subsidie vanuit de provincie Noord Holland. De subsidie is in deze jaarrekening verantwoord als een bijdrage van een derde partij. De reeds ontvangen subsidie heeft eveneens betrekking op het krediet m.b.t. de aanleg van het nieuwe busstation en de ondergrondse fietsenstalling.  

Doorlopende kredieten

De investeringenportefeuille vanaf 2023 bedraagt € 164 miljoen, bestaande uit nog openstaande investeringskredieten uit 2022 of ouder voor een bedrag van € 102,2 miljoen én € 61,8 miljoen aan nieuwe investeringskredieten voor 2023 uit de Begroting 2023. Daarnaast is in de Begroting 2023 voor de jaren 2024 t/m 2026 een bedrag geraamd van € 132,8 miljoen in het investeringsprogramma.
Uit de analyse op de doorlopende investeringskredieten is het volgende geconstateerd:

Verduurzaming Gebouwen

 In 2015 is een krediet van € 1.303.000 beschikbaar gesteld voor de verduurzaming van ca 30 gebouwen. De daaraan verbonden eis is, dat de verduurzamende maatregen binnen 10 jaar terugverdiend moeten zijn. Het betrof: Badhuislaan 10 en 10b, De meent 4a, 5 en 6, Augustinushof 61;
Arena 303, Eikbosserweg 166, Koninginneweg 44, Noorderweg 96, Mierenmeent 122 enFranciscusweg 6a.

Na het vaststellen van  de nota vastgoed- en grondbeleid eind 2019 en de meerjarige onderhoudsplanning eind 2020 bleek dat een aantal objecten op de lijst van te verkopen vastgoed staan. Deze objecten worden niet verduurzaamd. Daarom wordt voorgesteld het krediet her te bestemmen en de volgende objecten in 2023 en 2024 te verduurzamen: Koninginneweg 44 (De Vorstin), Kerkbrink 6 (Museum), Franciscusweg 6a (sporthal Kerkelanden);
Noorderweg 96 (bedrijfsverzamelgebouw), Orchideestraat 8 (cultureel) en Geuzenweg 84.

De maatregelen variëren per pand, maar bestaan ondermeer uit isoleren, hybride warmtepompen, ventilatie met warmteterugwinning, LED-verlichting en zonnepanelen. De verwachting is dat de reeds begrote inkomsten van € 70.000 door nauwe samenwerking van Vastgoed en Duurzaamheid worden gerealiseerd. Aanvullend wordt onderzocht of het mogelijk is om subsidies aan te vragen voor de realisatie van duurzaamheidsmaatregelen. Aangezien dit vaak subsidies met cofinanciering zijn, willen we het krediet daarvoor aanwenden. Mogelijk geven subsidies de financiële ruimte om meer te verduurzamen met het beschikbaar gestelde krediet.

Onderwijshuisvesting

In 2022 is de ingebruikname en afrekening van schoolgebouwen achtergebleven bij de planning in het IHP en de begroting. Dat heeft verschillende oorzaken:

1. Door Covid zijn voorbereidingen van de bouwplannen en ingebruikname gestagneerd.
2. Het personeelsverloop bij het team onderwijshuisvesting was groot, waardoor ervaring en lokale kennis vertrokken.
3. Schoolbesturen hebben meer tijd nodig om hun plannen uit te voeren.
4. Voor onderwijs bedachte gebouwen kregen een andere bestemming (Oekraïne opvang)

Om dit vlot te trekken is team onderwijshuisvesting tijdelijk uitgebreid. In 2023 wordt extra inzet gepleegd om tijdig de plannen ingediend en beoordeeld te krijgen. De gemaakte afspraken tussen de gemeente en de schoolbesturen in het IHP 020-2035 zijn daarbij leidend. De geplande afsluit data van de kredieten zijn aangepast aan de huidige inzichten.